Vreugde om de regenboog

Ik had mijn fiets gestald achter het Amsterdamse Centraal Station aan het water. Het was een grijze, troosteloze middag. Een soft-filter van lichte miezerregen lag over de wereld. Aan de overkant van het IJ zag ik tot mijn verbazing een regenboog boven de stad. Omdat zowel de regen als de zon, die beide nodig zijn voor de openbaring van dit natuurverschijnsel, nauwelijks merkbaar aanwezig waren, had ik het gevoel dat deze regenboog er niet hoorde te staan. Ik bleef even staan kijken naar de boog van fletse kleuren in het grauwe mengsel van wolken, stad en water.

Foto (niet de regenboog waarover deze blog gaat) Pedro Cunha op unsplash.com

Een regenboog roept bij mij en veel anderen positieve gevoelens op (net als verse sneeuw en kleine kinderen dat doen), maar dit verrassende exemplaar maakte me gewoon blij. Ik voelde een scheutje vreugde, waardoor ik mijn reis het station in lichter en vrolijker vervolgde.

Het is vast een beroepsafwijking om hier even bij stil te staan en er diepzinnige gedachten bij te krijgen. Maar dat zij dan zo. Eén van de wonderlijkste geboden uit de Bijbel schoot door mijn hoofd: ‘Verblijd u altijd in de Heer; ik zeg het opnieuw: verblijd u!’ (Filippenzen 4:4) Het blijft een vreemd gegeven dat de apostel ons opdraagt om blij te zijn, zelfs altijd blij te zijn. In sommige omstandigheden voelt dat zelfs wreed. Tegelijk is het ook prachtig: een gebod om blij te zijn, om je te verheugen. Waar elders vind je dat eigenlijk? 

Door de vreugde die de regenboog mij onverwachts schonk, begreep ik opeens weer iets meer van deze opdracht tot blijdschap. De apostel gaat ervan uit dat er een reden is om blij te zijn, namelijk de Heer. Het is als met die verschijning van de regenboog. Het zien alleen al gaf me vreugde, omdat de regenboog mooi, anders en kleurig is en via het bijbelverhaal van Noach hoop en vertrouwen wekt. Zo is er ook zoiets als ‘vreugde in de Heer’, ‘blijdschap om Jezus’. Ook Hij is verschenen op aarde, onder ons mensen en Hij verschijnt telkens weer, als teken van Gods mensenliefde en reddende genade. Juist op grijze dagen, als het mistig is in je hoofd of als alles donker en grauw is in je hart of om je heen, moet je je niet blindstaren op de grijsheid en de duisternis. Kijk naar de Heer die als een regenboog is verschenen en wees gehoorzaam aan het wonderbaarlijkste gebod van de Bijbel: ‘Verblijd je!’

Klimaatreligie?

Met de groei van het klimaatactivisme groeit ook de kritiek en neemt de polarisatie rond de klimaatproblematiek toe. In die polarisatie wordt tot mijn verrassing ook religie betrokken. Sceptici en critici van alles wat met klimaatverandering te maken heeft, spreken over ‘een klimaatreligie’ — en laat het duidelijk zijn, dat is niet positief bedoeld.

Foto: Karen Cantú Q op Unsplash

Ik denk dat de klimaatcritici het woord religie kiezen, om duidelijk te maken dat de klimaatverandering, net als religie in hun ogen, een verzinsel is en bovendien bedoeld om mensen in hun vrijheid en plezier te beknotten met strenge regels en de angst voor hel en verdoemenis. Ik blijf het jammer vinden dat nog zoveel mensen in het Westen zo’n vertekend beeld hebben van religie, alsof het een manier is waarmee bange en zure mensen het geluk van anderen en henzelf willen verpesten.

Hoe ironisch is het dan dat ook christelijke klimaatsceptici zonder blikken of blozen het argument van de klimaatreligie napraten, al gebruiken ze het natuurlijk op een andere manier. Zij wijzen als bijbelse profeten op het gevaar van afgoderij: het klimaat of de aarde krijgen een goddelijke status en dreigen daarmee de plaats van de enige God in te nemen. Maar daarbij zien ze wel over het hoofd dat ze meesurfen op het beeld dat alle godsdienst fake en beknellend is. Het lijkt mij dat ze zo zonder het te beseffen de tak waarop ze zelf zitten aan het afzagen zijn. Ze zullen misschien met de populaire christelijke mantra tegenwerpen dat het niet om religie, maar om relatie gaat. Maar ook die relatie met God is voor buitenstaanders gewoon een religieus gebeuren.

Als het over klimaatverandering gaat, zou ik willen voorstellen om het woord religie gewoon te vermijden. Volgens mij is het een te gemakkelijke manier om wat er aan de hand is niet serieus te nemen. Als je een boodschap of beweging die je niet aanstaat ‘religie’ noemt, heb je in onze Westerse samenleving een perfect excuus om die te negeren — zoals je een opdringerige gelovige schouderophalend laat praten (fijn voor hem, maar ik heb er niks mee). Maar zo simpel werkt het natuurlijk niet.

De beweging rond de klimaatverandering heeft zeker religieuze dimensies: er is sprake van zonde en schuld, van een paradijselijk ideaal en een dreigende vernietiging en er zijn profeten die mensen inspireren of haat oproepen, zoals Greta Thunberg. Maar de klimaatverandering is wel degelijk gebaseerd op permanent wetenschappelijk onderzoek en het klimaatbeleid gaat over nuchtere veranderingen die te maken hebben met menselijk gedrag, technologie en politiek beleid. Je kunt best kritiek hebben op de religieuze dimensies van de klimaatbeweging, maar het is oneerlijk en dom om te denken dat je daarmee de harde, reële en kritische kant van klimaatverandering niet meer serieus hoeft te nemen.

Bovendien is in ieder geval de christelijke religie niet bang voor de feiten of de wetenschap en denk ik dat juist het christelijk geloof kan helpen om eerlijk en kritisch naar ons eigen gedrag te kijken. Twee van de zeven hoofdzonden gaan over menselijk gedrag dat de oorzaak is van veel vervuiling en klimaatverandering: de hebzucht en de gulzigheid of vraatzucht. En een andere hoofdzonde, die van de luiheid, traagheid of onverschilligheid, maakt perfect duidelijk waarom we liever polariseren, elkaar de schuld geven en het ingewikkeld maken dan gewoon verstandig en eensgezind de nodige veranderingen doorvoeren. In plaats van te sneren over klimaatreligie lijkt het me beter om vanuit het geloof te zien wat onze verantwoordelijkheid in de realiteit is.

Daarbij moet ik denken aan het bijbelverhaal van de zondvloed — hoe God de aarde schoonmaakte van het kwaad en de vuiligheid van de mensen en opnieuw begon met de mensen en de dieren in de ark van Noach. Het verhaal eindigt hoopvol met de regenboog, het teken van Gods belofte aan alle levende wezens dat dit nooit meer zal gebeuren. Telkens als ik een regenboog zie, zal ik hopen en bidden dat de goddelijke genade sterker zal zijn dan de menselijke zonde. Dat is volgens mij dan wel weer echte klimaatreligie.