Verhalen alsjeblieft

Van alle vadertaken vond ik het vertellen of voorlezen van een verhaal aan onze kinderen de mooiste. Helaas is met de lagere school ook het voorlezen uit ons leven verdwenen. Lezen staat sowieso onder druk in onze tijd, omdat het beeldscherm en de film het boek naar de rand van het leven hebben geconcurreerd. Daar valt veel over zeggen, maar het betekent niet dat de verhalen uit het leven zijn verdwenen. Ze worden minder gelezen, maar gelukkig wel gekeken en gespeeld. Want zonder verhalen zou het leven arm en oppervlakkig zijn.

Foto: Ben White op Unsplash

Dat geldt ook voor het christelijk geloof, dat gebaseerd is op het grote verhaal en de talloze kleine verhalen van God en mensen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Jezus een verhalenverteller was. Hij vertelde hele gewone verhalen, die gelijkenissen worden genoemd. Die verhalen van Jezus, zegt de Amerikaanse theoloog Eugene Peterson, ‘klinken door en door alledaags: gewone verhalen over land en zaden, maaltijden en munten en schapen, bandieten en slachtoffers, boeren en kooplieden. En ze zijn totaal seculier: van zijn ongeveer veertig gelijkenissen die zijn opgetekend in de evangeliën, speelt er slechts één zich af in de kerk en maar een paar noemen de naam van God.’

Ik vind het jammer dat Jezus op dit gebied in de kerk zo weinig navolging heeft gekregen. Zijn gelijkenissen worden bestudeerd, uitgelegd en bepreekt, maar heel weinig nagedaan — gewoon door net als Hij een verhaal te vertellen, waardoor God stilletjes bij ons binnenkomt en ons uitdaagt. Een verhaal geeft namelijk geen uitleg of informatie over hoe het zit of wat je moet doen. Peterson heeft gelijk als hij stelt dat de verhalen van Jezus ‘geen illustraties (zijn) die de dingen gemakkelijker maken, ze maken de dingen moeilijker omdat ze vragen om gebruik van onze verbeelding.’ Een verhaal neemt je mee in een andere werkelijkheid en daagt je uit om je in te leven en je te verbeelden wat jij zou doen.

Het korte verhaal van Jezus over een koopman en een parel (Mattheüs 13:45-46) is een goed voorbeeld van hoe dat werkt. Jezus vertelt dat het koninkrijk van God te vergelijken is met een ondernemer in luxegoederen die op zoek is naar echt kostbare juwelen. Op een dag vindt hij een parel die zoveel waard is, dat hij alles wat hij heeft verkoopt om die ene te kopen. Dit verhaal prikkelt direct en roept allerlei vragen op. Wat is dat voor een parel? Wat bezielt die koopman om alles te verkopen — is dat niet wat overdreven en link? Wat heeft dit met God te maken? En wat als ik in de schoenen van die koopman zou staan?

Ik hoop dat we het in de kerk aandurven om meer van zulke verhalen te vertellen — nieuwe en oude verhalen. In de Bijbel zelf staan immers ook zoveel goede verhalen, die smeken om gewoon weer als verhaal verteld en gelezen te worden, zodat God via onze verbeelding onze levens kan binnenglippen. Daarom heb ik in een boek een tiental bijbelverhalen opnieuw met verbeelding verteld, in de hoop dat ze doen wat de goede verhalen van God altijd doen: de lezers meenemen en uitdagen en zo in contact brengen met God en zijn verrassende manier van doen.

Het boek Randfiguren met verhalende bijbelstudies is uitgegeven bij KokBoekencentrum en verkrijgbaar bij de (internet)boekhandel.

De gedachten en de citaten van Eugene Peterson over Jezus’ gelijkenissen zijn te vinden in: The Contemplative Pastor (Eerdmans, Grand Rapids, 1989) blz. 32-33.

Is mijn leven een verhaal?

Deze week mocht ik in een interview voor het radioprogramma Onderweg bijna een uur lang vertellen over mijn levensweg tot nu toe. Als predikant heb ik het voorrecht dat mensen vaak (een deel van) hun levensverhaal aan mij vertellen, maar nu waren de rollen dus omgedraaid. Collega Elsbeth Gruteke vroeg vriendelijk en nieuwsgierig naar het mijne.

levensverhaal

Het is wel een boeiende en confronterende oefening om het verhaal van je leven te vertellen. Op het gesprek terugkijkend, vraag ik me af wat een leven tot een verhaal maakt. Zijn dat de bijzondere momenten en de verrassende wendingen of is dat een rode draad die door de jaren heen zichtbaar wordt? Kun je een bestemming en richting in je leven zien, of is het — als je eerlijk bent — gewoon een aaneenschakeling van gebeurtenissen, toevalligheden, fragmenten en menselijke keuzes, waarmee je zo goed en zo kwaad het gaat je leven leeft?

Al nadenkend en vertellend stuitte ik ook op de vraag of mijn leven het wel waard was om te vertellen. Is het wel een goed verhaal? Wat is het gewicht van vijfenveertig jaren mensenleven? Zijn die niet veel meer dan ‘lucht en leegte’ en ‘najagen van wind’, zoals de bijbelse Prediker verzucht?

En toch … Als iemand je uitnodigt om iets te vertellen ontstaat er als vanzelf een verhaal — een klein verhaal van een mensenleven, dat verbonden met de levensverhalen van anderen en met het grote verhaal van God het waard is om te vertellen. Dat laatste is ook het mooiste: dat mijn levensverhaal verbonden is geraakt met dat wonderlijk goede verhaal van God. Frederick Buechner, een van mijn favoriete vertellers, heeft dat verhaal van God een tragedie, komedie en sprookje ineen genoemd. Juist dat tragische, komische en sprookjesachtige verhaal van God maakt van mijn kleine leven een verhaal dat het waard is om te leven én te vertellen.

Het gesprek wordt op zaterdag 20 oktober 2018 om 22.00 uur uitgezonden op NPO radio 5. De podcast is vanaf maandag 22 oktober te beluisteren op website van Onderweg.

De gedachten van Buechner zijn te vinden in zijn boekje Telling the Truth: the Gospel as Tragedy, Comedy and Fairy Tale (Harper, San Francisco)

Stil van een verhaal

Eén van de tofste taken van het domineeschap vind ik het ontvangen van groepen leerlingen in onze kerk. Ze komen vaak in het kader van de kennismaking met de verschillende godsdiensten en levensbeschouwingen, die door de school of de leerkrachten levensbeschouwing wordt georganiseerd. En ik mag hen dan iets wijzer maken over de wondere en meestal onbekende wereld van het protestantse geloof.

samaritaanVandaag zat de kerk vol met zo’n zeventig jongeren die al eerder in een moskee waren geweest en nog een bezoek aan de synagoge voor de boeg hadden. Het was een levendige en enthousiaste groep jongeren. Na een tijdje werd het wat onrustig, wat goed te begrijpen is als ik me even inleef. In één dag drie gebedshuizen bezoeken, is nogal een ongewone dagbesteding voor jongeren van vandaag. De onrust werd echter onderbroken, toen ik een verhaal vertelde. Even luisterden ze allemaal stil en gespannen.

Het was een eigentijdse versie van de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan (Lukas 10:25-37) om hen iets te laten proeven van de Bijbel en van wat het betekent om gelovig te leven. In deze versie van het verhaal stapte de man die overvallen werd ’s nachts van het Centraal Station naar het De Coninckplein. En een dominee en priester gingen voorbij zonder iets te doen, terwijl de Samaritaan een Marokkaanse jongen op de brommer was, die wel stopte en de man op zijn brommer naar de spoed bracht en daar zijn gsm-nummer achterliet voor het geval hij nog nodig was. De ontknoping van het verhaal zorgde voor grote ogen: dit was de wereld op z’n kop. Ja, de Marokkaan was de goeie. Eén Marokkaanse jongen grapte nog: ‘Dat kan niet, wij Marokkanen laten die gewoon liggen’, maar je merkte dat er even een barst in de gewone manier van oordelen en kijken was gekomen. Even had het Bijbelverhaal in ons leven geprikt. Dat lijkt me een echte protestantse gebeurtenis, die hen hopelijk lang zal bijblijven.