Ontwapen ons, o God

Vroeger speelde ik met soldaatjes, God,
plastic mannetjes, gehelmd en bewapend met vlammenwerpers, machinegeweren, handgranaten, en ook gewone geweren en pistolen (helaas, want die waren in mijn verbeelding minder gewelddadig).
Mijn leger had ook een paar tanks en later enkele zelfgebouwde en -beschilderde jachtvliegtuigen met bommen onder hun vleugels.
Ik was nog maar een kind, o God, en het geweld en de vernietiging van mijn legers waren ook kinderspel – er vloeide geen bloed en de schade bleef beperkt tot een gekneusd geweer of een afgebroken vliegtuigvleugel, die weer gelijmd kon worden.
En toch, ontferm U over dat kind, die kleine soldaat, verloren in het oorlogsspel.

Foto: Daraa, Syrië, door Mahmoud Sulaiman op unsplash.com 

Nu zie ik beelden van soldaten, God,
mensen van vlees en bloed, gehelmd en bewapend met dezelfde wapens als mijn vroegere speelgoedleger, maar dan in de versies 20.5, oorlog na oorlog doorontwikkeld, met de laatste technologische snufjes, computergestuurd en AI-gedreven, maar nog altijd dodelijk – dodelijker dan ooit.
U weet dat zij geen spel spelen, dat de kogels zich in lichamen boren en de bommen met vernietigend geweld ontploffen.
Daarom, o God, ontferm U over soldaten, die doden, gedood worden en anderen voor de dood beschermen, die op het slagveld slaan en geslagen worden of afgeslacht.

Nu zie ik beelden, God, van eindeloze rijen graven, van huilende moeders, van kapotgeschoten steden, van afgeknalde mensenlichamen als kadavers langs de weg,
nu zie ik een tiran dreigen met kernwapens, dat collectieve zelfmoordmiddel van de mensheid,
nu zie ik het geweld zich vermenigvuldigen met woede, zwanger van verse vijandschap en haat, doodsdriftig draaiend in de cirkel van oog om oog en bloed om bloed, gevangen in de wedloop van wapen op wapen.
O God, ontferm U, over bloedende mensen en gebroken steden en vergiftigde harten.

Ontwapen ons, o God,
wees de spelbreker in ons oorlogsspel,
laat het beeld van uw vermoorde Zoon, ons voor ogen komen,
gewapend met uw vrede en getekend door ons bloed.
Ontwapen ons, o God –
breek en ontwapen ons door uw Slachtoffer.
Amen

Vijf lessen van een verzetsdominee

Als het over de Tweede Wereldoorlog gaat, zouden we allemaal graag de helden zijn geweest — verzetstrijders, Engelandvaarders of mensen die onderduikers schuilhielden. Al valt natuurlijk nog te bezien of wij in hun tijd en hun schoenen hetzelfde zouden hebben gedaan. ‘Wat maakt een mens een held?’ is de spannende vraag die Freek de Jonge stelt in zijn lied over verzetsdominee Jan Koopmans, die in de oorlog in dezelfde kerk werkte als ik nu. Als antwoord op die vraag vijf lessen uit het leven van deze oorlogsheld, die ook we ook vandaag, in onze crisistijd, niet mogen vergeten.

Titelpagina van de illegale Brochure ‘Bijna te laat!’ die Koopmans in november 1940 schreef
  1. Zorg voor diepe wortels. In een crisis helpt het als je ergens voor staat en de wortels van je overtuiging en je geloof dieper gaan dan wat oppervlakkige ideeën en wisselende emoties. Koopmans daagt ons uit om in schokkende tijden vanuit een overtuigd geloof te leven of om dat te zoeken.
  2. Weet wat er speelt. Er waren in Koopmans’ tijd natuurlijk veel meer mensen met een sterke en diepe overtuiging, maar Koopmans had door brede contacten een scherper zicht op wat er in het Nazisme speelde, waardoor hij als één van de eersten in Nederland waarschuwde voor de vernietiging van de Joden.
  3. Leef voor meer dan alleen overleven. Koopmans kwam op voor de Joden, een andere bevolkingsgroep, die bovendien door de bezetter bewust apart werd gezet. Koning Willem Alexander gaf in zijn toespraak tijdens de dodenherdenking dit jaar aan dat de Joodse Nederlanders in de oorlog teveel in de steek zijn gelaten, iets dat Koopmans de kerken, die in zijn ogen veel te voorzichtig en traag waren, ook verweet. Een crisis — ook die van vandaag — maakt vaak heel scherp duidelijk of er in ons leven meer is dan alleen de drang om zelf te overleven.
  4. Vlucht niet weg. Het is bijzonder dat veel van de oorlogshelden die tot op vandaag blijven inspireren mensen waren, die er heel bewust voor kozen om niet weg te vluchten van lijden. Ik denk bijvoorbeeld aan Etty Hillesum, die ervoor koos om met haar Joodse volksgenoten naar de kampen te gaan in plaats van onder te duiken. Vanuit eenzelfde overtuiging keerde Dietrich Bonhoeffer in 1939 terug uit het veilige Amerika om met zijn volk mee te lijden en zich te verzetten tegen het Nazi-bewind. Koopmans kiest er in 1943 voor om na enkele jaren van secretariaatswerk weer gewoon als dominee met de mensen in zijn kerk en de Jordaan de bezetting te ondergaan.
  5. Doe wat je kunt, op de plek waar je bent. Koopmans is betrokken bij het kerkelijk verzet, hij preekt en schrijft pamfletten, boekjes en brieven, hij zet zich onder protest en zonder veel illusies in voor de christen-Joden, die door de bezetter eerst apart werden behandeld, en als dominee in de Jordaan begint hij gewoon met allerlei kerkenwerk en zet zich in voor hen die lijden aan armoede en honger. Heldendom heeft veel minder met superhelden of grote daden te maken, dan met de volharding en moed waarmee je op de plek waar je bent, kiest voor wat waar, goed en rechtvaardig is.

Volgens mij hebben deze vijf lessen van verzetsdominee Jan Koopmans ons genoeg te zeggen en te leren in onze crisistijd.